Waarom de softe kant een harde voorwaarde is voor ontwikkeling en groei.

Hoort u de volgende opmerkingen ook in uw organisatie?

“We moeten het weer eens anders doen”

“We hebben weer een nieuw systeem”

“Ze willen nu weer dat we ….”.

Voor veel medewerkers binnen een organisatie is verandering een last. Nog te vaak schuren we in veranderprocessen langs een oppervlakte. We zijn druk met nieuwe ideeën, andere manieren en methoden en ongeduldig op het resultaat.

Bovenstaande opmerkingen zijn veelgehoord vooral wanneer motief en het doel niet helder zijn en de noodzaak voor een verandering niet gevoeld wordt. Op de werkvloer dringt slechts door dat het weer anders moet.

Dat is frustrerend. Voor hen die gewapend met wetenschappelijke informatie, expertise en een dosis idealisme wél geloven in deze veranderende aanpak. En ook voor hen die vooral bezig zijn met de hectiek van alle dag.

Een verandering die geen bedding vindt binnen het systeem, leidt zelden tot ontwikkeling en groei. Om tot verandering, vernieuwing of zelfs transformatie te komen is er een bijzondere balans nodig. Deze balans zie je overal om ons heen, in de natuur en in ons eigen lichaam.

  • Een rups wordt een vlinder. Het bekendste voorbeeld van een ware transformatie. De rups trekt zich terug in een cocon. Daar lost de rups op, deze wordt vloeibaar en ontpopt zich als een vlinder en breekt uit.
  • De natuur kent een aaneenschakeling van transformatieprocessen die gekenmerkt worden door terugtrekken en uitbreken. De seizoenen zijn daarvan een prachtig voorbeeld. Het kan niet altijd lente zijn.
  • Ook ons eigen lichaam kent deze beweging van samentrekken en uitbreiden. Ons hart en onze longen maken deze beweging, maar ook onze darmen. Onze haarvaten zijn in staat om in hoog tempo het bloed rond te pompen, doordat ze samen met het hart ‘gebruik’ maken van bewegingen die een balans vormen tussen samentrekken en uitbreiden. Op deze manier ontstaat er een wervelende versnelling in het vervoer.
  • Ademhaling; inademen en uitademen. Met 6 á 7 ademhalingen per minuut, heeft je lichaam de perfecte herstel- en vernieuw-stand. Te vaak en vlug inademen zet alles in je lijfelijke systeem onder druk; je duwt op het gaspedaal. Deze AAN-stand is alleen noodzakelijk bij dreigend gevaar. Daarna moet je terugschakelen. Het vertragen en verlengen van je uitademing (ten opzichte van je inademing) herstelt de balans in je lichaam.

Het terugkerende principe in al deze voorbeelden wordt de wet van de dynamische balans genoemd; daar waar de naar buiten gerichte energie en de naar binnen gerichte energie samenwerken, ontstaat vernieuwing.

Het gaat om een wisselwerking tussen 2 tegengestelde krachten; Yin & Yang, man(nelijke energie) en vrouw(elijke energie). Deze twee energieën vloeien samen en versterken elkaar. Deze harmonie tussen doel en vorm is een natuurlijke wetmatigheid. Leonardo Pisano publiceerde in 1202 een boek over de reeks van Fibonacci. Hij probeerde deze organische wetmatigheid te vangen in cijfermatige verhoudingen, die hij de gulden snede noemde. De wereld om ons heen zit vol met deze gulden snede. De organische vorm hiervan zien we terug in een broccoli, een slakkenhuis, een varen en een orkaan.

Wetmatigheden. Mateloos fascinerend om overeenkomsten te zoeken binnen bestaande systemen op verschillende niveaus. Wat kunnen we daar nu van leren?

Terug naar veranderingen die leiden tot ontwikkeling en groei.

Je hoeft niet heel diep na te denken om te concluderen wat er vaak misgaat.

We ademen te vaak en te snel en te veel in! Dat doen we op individueel niveau en op organisatieniveau. We staan voortdurend op het gaspedaal met stress, burn-out en verzuim tot gevolg.

We zijn de dynamische balans kwijt. We kennen resultaatgericht handelen (naar buiten gerichte energie) een enorme waarde toe. We organiseren ons een ongeluk. En het liefst SMART. We implementeren datgene, waarvan we het resultaat van tevoren denken te weten. Meetbaarheid is norm.

Dit ‘meten is weten’ is een tweede natuur geworden en dat leidt ertoe dat we ook hele ‘gezonde’ gewoonten als wandelen en gezond eten tegenwoordig bijhouden in een app op onze telefoon. Als we daar niet wijs mee om gaan, kan de gezonde balans heel goedbedoeld weer om zeep worden geholpen. Want wanneer je de graadmeter van je gezondheid of welzijn verlegd naar je app-resultaten, dan verleer je om in je eigen lijf waar te nemen waar een grens ligt.

Structureren én integreren. Voor groei zijn beide aspecten nodig. Een fit-app is top, wanneer je ook bij je lichaam te rade gaat. Een veranderaanpak is helpend als richtingwijzer náást het afstemmen op de mensen en verhalen binnen de organisatie. Dankzij onze ‘niet-lullen-maar -poetsen’ mentaliteit, blijken we het nog steeds heel ingewikkeld te vinden om die ongedefinieerde kant zijn werk te laten doen. We zijn het de softe kant gaan noemen.

Wat is er nodig, nu we merken dat meer mensen en organisaties burn-out en ontzielt raken? Hoe herstellen we de dynamische balans?

  • Er komt meer balans als we meer observerend en onderzoekend werken.
  • Balans ontstaat wanneer je méér vragen stelt dan antwoorden geeft. Een van de meest simpele vragen is: wat heb je nodig om…? Wat is er nodig om…?
  • Balans krijgt ruimte als je een advocaat van de duivel in dienst neemt. Dat mag óók Socrates op sneakers* zijn, die de bestaande ‘waarheden’ bevraagd.
  • Groei en ontwikkeling ontstaan, wanneer we dealen met onderstromen, patronen en emoties. We moeten leren om te reguleren.
  • De impact wordt groter als we verhalen delen, dialogen voeren, successen vieren, rouwen en rituelen inzetten.
  • Speelruimte vrijspelen: geklungel en gedoe zijn onderdeel van het succes;

 

There’s a message is in the mess.